NRC interviewt STRO directeur Henk van Arkel
Henk van Arkel (72) werkt al zijn hele leven aan een ander, circulair type geld, dat “alle mensen kansen geeft”
Dit is de kop boven het interview van Mark Beunderman in de NRC met Henk van Arkel, directeur STRO. Hieronder een samenvatting.
In Utrecht kun je betalen met de “Utrechtse euro”, een lokaal betaalmiddel. Henk van Arkel is de geestelijk vader van ander soort geld zoals de Utrechtse Euro.
Dit lokale geld is het betaalmiddel dat de deelnemers in de regio Utrecht gebruiken om de lokale, duurzame economie te stimuleren.
Het lokale geldsysteem – dat werkt naast het gewone geldsysteem – werkt als volgt. Als ondernemer of particulier kun je een “Utrechtse-eurorekening” openen, die is gekoppeld aan een speciale betaalapp. Je maakt reguliere euro’s over naar de Utrechtse-eurorekening. Eén Utrechtse euro is één euro waard. Met je Utrechtse euro’s betaal je binnen het netwerk van deelnemende bedrijven.
Onnodige armoede
Het reguliere geldsysteem, vertelt een bevlogen Van Arkel, werkt slecht voor mens en milieu. „Niet de markteconomie op zich is het probleem, maar de huidige, kapitalistische versie van geld.” Daarmee bedoelt Van Arkel: het geld dat wordt geschapen door commerciële banken en tegen rentes wordt uitgeleend.
Dit geld “accumuleert” bij multinationals en in de financiële sector, die drijft op “geld-geld-transacties”, zegt Van Arkel. Het geld vloeit weg uit lokale gemeenschappen. “Er ontstaat een tekort aan koopkracht en daardoor onnodige armoede. Dat heb ik altijd stuitend gevonden.”
Cruciale betaalsoftware Cyclos
In de “circulaire” geldsystemen wordt het geld aan het werk gezet voor de gemeenschap: het gaat vaker lokaal rond. Meerdere ondernemers op rij profiteren zo van één Utrechtse euro. Utrechtse euro’s moeten minimaal een half jaar binnen het netwerk circuleren. Pas daarna kan de ondernemer er weer reguliere euro’s voor terugkrijgen.
Die Utrechtse euro staat niet op zichzelf. STRO speelt ook een aanjagende en of adviserende rol in andere plaatselijke geldsystemen in binnen- en buitenland. In Nederland zijn dit onder meer het Arnhems Hert en de Vix in Alkmaar.
Cruciaal daarbij is de betaalsoftware van STRO, genaamd Cyclos, waarop de systemen draaien. Cyclos is bijvoorbeeld de spil achter een regionale munt op Sardinië, de Sardex. STRO verkoopt de software ook aan banken wereldwijd, onder meer in Azië, om zichzelf draaiende te houden. De organisatie heeft veertien medewerkers in dienst.
Ik ontdekte dat je het geld ook van nut kan maken voor de gemeenschap
Het begon allemaal in Soest, waar Van Arkel als tiener actief was als milieu-activist. Op zijn veertiende, vertelt hij, hoorde hij van experimenten met lokaal gemaakt geld in de Franse streek Berry, waarmee de lokale economie een impuls had gekregen. „Dat trof me enorm. Ik ontdekte zo dat er een alternatief bestond voor het kapitalistische geld. Dat je het geld ook van nut kan maken voor de gemeenschap.”
Het thema liet Van Arkel nooit meer los. Hij begon aan een levenslange zoektocht naar een type geld dat “alle mensen kansen geeft”. Praktische toepasbaarheid stond voor hem altijd voorop.
“We zijn gaan experimenteren en testen, om daarvan te leren en verbeteringen aan te brengen. Dat zoeken naar oplossingen is voor mij ook de lol.”
Voorlopig heb ik geen tijd voor pensioen
Een voorbeeldproject in Santa Coloma, in Catalonië, laat zien dat lokale geldsystemen vleugels kunnen krijgen als de overheid meedoet, door aankopen te doen in de lokale munteenheid.
Dit probeert STRO nu ook van de grond te krijgen in Amsterdam Nieuw-West in samenwerking met de gemeente Amsterdam.
Uiteindelijk hoopt Van Arkel op een “automatische verspreiding in de markt” van dat andere, rentevrije en lokale geld. Dat het voor bedrijven “te aantrekkelijk wordt om links te laten liggen”.
“Ik zeg wel eens als grapje: ik ga met pensioen als het circulaire geld zich vanzelf gaat verspreiden. Voorlopig heb ik geen tijd voor pensioen.”
Lees hier het complete interview.
De fot bij dit artikel is gemaakt door Bram Petraeus.